“aandacht voor paardenvlees deed verkoop met 30 procent stijgen”
producenten blikken terug op 'paardenvleesschandaal'
Begin 2013 bleek dat in diepvriesmaaltijden in het Verenigd Koninkrijk voor een deel paardenvlees zat en niet, zoals op de verpakking stond aangegeven, 100% rundvlees. Volledig los van dit schandaal is er natuurlijk de verkoop van vers paardenvlees en charcuterieproducten. Wij laten het woord graag aan de producenten van deze producten, en polsen even hoe zij – enkele maanden na de storm – terugkijken op dit 'schandaal'.

Goede reputatie
In miljoenen voedselproducten bleek niet te zitten wat er op de verpakking stond. Producten zoals lasagne bevatten in plaats van rund eigenlijk paard. Met paardenvlees is echter niets mis, de volledige affaire was fraude die niet mocht zijn voorgevallen? Door dit schandaal werd de voedingsindustrie uiteraard weer onder vuur genomen. De manier waarop er mee omgegaan werd, bewijst wel dat er sinds de dioxinecrisis van tien jaar geleden veel vooruitgang is geboekt. Op dit elan moet er voortgegaan worden, ook al is het maar om opnieuw het bewijs te leveren dat Belgische voedingsproducten nog altijd terecht een zeer goede reputatie genieten.
Hoe kijken jullie terug op het schandaal?
Marie-Anne De Nil, De Nil Vleeswaren: “De eerste week van februari sprak men het eerst over dit schandaal. De week erna stond de telefoon bij ons niet stil. De consument moet echter goed onthouden dat wij producent zijn, en dus eigenlijk niets met de affaire te maken hebben. Met paardenvlees op zich is niets mis. Het bedrog kwam van enkele verwerkende fabrikanten die door hun verkeerde etikettering de consument in de waan lieten rundvlees te kopen. De fraudeurs gebruikten niet alleen paardenvlees omdat het goedkoper is, maar vooral omdat het een goed en lekker product is, en bovendien goed bindt. Stel je maar eens de vraag waarom ze er geen kippenvlees in hebben gestoken, dat is nog goedkoper dan paardenvlees. Alle berichtgeving over slecht behandelde en uitgemergelde paarden in het buitenland is totaal verkeerd. Waarom zou men de moeite doen om een ziek paard te transporteren naar onze continenten, transport kost immers ook geld. De media spelen absoluut een rol in deze verkeerde beeldvorming en op die manier wordt de consument bang gemaakt. Wij hebben alle nodige certificaten en kiezen resoluut voor kwaliteit.”
Olivier Kemseke, Chevideco: “Eerst en vooral ging het hem niet over een paardenvleesschandaal maar over een rundvleesschandaal. Het verwondert mij niet dat dit gebeurde. Wij zien al jaren dat paardenvlees de goedkoopste proteïne is, rundvlees ging heel hoog in prijs, en op een bepaald moment kostte rundvlees exact het dubbele. De reden voor de affaire is dus niet ver te zoeken. Bij de producenten is er niets gebeurd, iedereen is perfect in orde met alles. Er zijn controles genoeg. Ze hebben de oorzaak van de affaire bij Roemenië gelegd, omdat dit land al een pejoratieve connotatie heeft.”
Kristof Peters, Equinox: “Wij zien dit niet als een paardenvleesschandaal. De media hebben het die naam gegeven. Met paardenvlees is er niets mis. Wij vinden het spijtig dat onze sector hierbij betrokken is geraakt. Het is tenslotte niet de paardenvleessector die de fraude heeft gepleegd. Wij hebben er alles aan gedaan om onze klanten gerust te stellen waar nodig. Wij bezoeken zelf paardenslachterijen waarvan we vlees kopen, en daarenboven worden deze nog eens extern gecontroleerd op tracering en dierenwelzijn. Ook de EU en de veterinaire diensten van de betrokken landen controleren alles.”
Welke invloed had dit op de consumptie van paardenvlees?
Olivier Kemseke: “Het vertrouwen van de consument kreeg uiteraard weer een ferme deuk, maar dat geldt voor de volledige vleesconsumptie. Wij zijn van een nieuwe generatie die prat gaat op transparantie naar de consument toe, maar met zo’n schandalen wordt de consument opnieuw wantrouwig. Wat de verkoop betreft, kunnen wij niet klagen. We zijn zelfs met 30% gestegen. Het schandaal was dus zeker niet nodig, maar bracht het paardenvlees en zijn goede eigenschappen opnieuw onder de aandacht.“
Marie-Anne De Nil: “Eigenlijk is dit hele verhaal positief voor ons geweest. Paardenvlees werd opnieuw onder de aandacht gebracht, en de consument wou plots opnieuw paardenvlees proeven. Ook onze klanten vertellen dat ze toen net meer paardenvleesproducten verkochten. Uiteraard sterken zo’n 'schandalen' wel het wantrouwen bij de producent, maar dit liet zich vooral merken in de bereide gerechten.”
Kristof Peters: ”Op de Belgische markt waren de verkoopcijfers normaal (er was zeker geen negatief effect). In sommige landen (o.a. Zwitserland, Frankrijk...) was de berichtgeving er zeer op gericht om paardenvlees in een slecht daglicht te stellen. In die landen is de consumptie achteruitgegaan.”
Toekomst?
Kristof Peters: “Er zullen altijd paarden zijn en ook altijd mensen die graag paardenvlees eten. Paardenvlees heeft enkele heel belangrijke troeven voor de toekomst: het is rijk aan ijzer, het is vetarm enz. Paarden worden bovendien niet gekweekt voor het vlees. Paarden die aan slachterijen worden aangeboden, hebben een ander ‘doel’ gehad. Voor paardenvlees worden geen kwekerijen of feedlots opgezet, en dit zorgt ervoor dat het eten van paardenvlees qua duurzaamheid en milieu-impact over een grote troef beschikt. Wij zijn ervan overtuigd dat dit op vandaag en in de toekomst een belangrijk argument is om consumenten te overtuigen om paardenvlees te eten.”
Olivier Kemseke: “De consument wil weer een eerlijk stuk vlees eten. Aan die eerlijkheid besteden we nu veel aandacht, maar hier zullen we in de toekomst nog meer op inspelen. Zo zal op ons voorverpakt vlees een QR-code worden geplaatst met braadtips enz. Ook op de website gaan we in de toekomst de consumenten inlichten over wat paardenvlees is, welke stukken vlees er voor welk doeleinde gebruikt kunnen worden, hoe ze deze moeten klaarmaken enz. Die campagne met als titel 'Weet welk stuk vlees u eet' zal (in samenwerking met VLAM) eind dit jaar volledig op punt staan. Transparantie en communicatie zullen voor onze onderneming altijd prioritair blijven.”
Marie-Anne De Nil: “Naar mijn mening gaat de consument in de toekomst terug naar de basis. Verse producten recht van de slagerij waarmee ze thuis aan de slag kunnen. De consument gaat bewuster zijn boodschappen doen met het oog op kwaliteit. We zien de toekomst positief in, en we zullen blijven vechten voor onze kwaliteit en voor onze klanten.”

